6 juni 2019

Het UBO-register; voorkoming witwaspraktijken en bescherming privacy UBO

Categorie: Privacyrecht

Per januari 2020 treedt het verplichte UBO-register in werking. Ondernemingen en rechtspersonen zijn vanaf 2020 verplicht om hun “UBO’s” (ultimate beneficial owners) of “uiteindelijk belanghebbende” te registreren bij de Kamer van Koophandel. Voor de B.V. en N.V. is dat een natuurlijke persoon die direct of indirect voor meer dan 25% economisch gerechtigd is tot de vennootschap, dan wel degene die de zeggenschap uitoefent. De UBO-regeling geldt niet alleen voor B.V’s en N.V.’s maar ook voor bijvoorbeeld een in Nederland opgerichte stichting, VOF of maatschap.

Vierde en vijfde Europese anti-witwasrichtlijn en gevolgen UBO

Doorvoering van deze wetgeving is afkomstig uit de implementatie van de vierde en vijfde Europese anti-witwasrichtlijn. Het hoofddoel van deze richtlijn is om het risico op witwassen en de financiering van terrorisme te beperken. In de uitwerking hiervan dient het verplichte UBO-register om meer transparantie te creëren ten aanzien van de natuurlijke personen die zich proberen te verschuilen achter juridische entiteiten.

Per 2020 geldt straks (onder meer) dat:

  1. De juridische entiteit toereikende, accurate en actuele informatie dient in te winnen en bij te houden over wie hun UBO’s zijn, waaronder detailgegevens over de door de UBO’s gehouden economische belangen;
  2. Deze informatie dient te worden geregistreerd in een openbaar toegankelijk register (de registers van de KvK);
  3. Meewerkverplichting voor UBO’s; UBO’s dienen de informatie zelf aan de vennootschappen of andere juridische entiteiten waar zij UBO van zijn te verstrekken;
  4. De Kamer van Koophandel stelt een protocol op dat betrekking heeft de beschikbaarheid, werking en beveiliging van het handelsregister en de juistheid, actualiteit en volledigheid van het handelsregister.

Welke privacy gevoelige gegevens dient de UBO te registreren

Een UBO is dus altijd een natuurlijk persoon. De volgende gegevens van de UBO dienen te worden geregistreerd:

  1. Naam, geboortedatum en geboorteland;
  2. Woonadres;
  3. Burgerservicenummer of buitenlands fiscaal identificatienummer;
  4. De aard van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economische belang en de omvang van dit belang, aangeduid in bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen klassen;
  5. Afschrift van documentatie op grond waarvan de identiteit van de UBO is geverifieerd;
  6. Afschrift van documentatie waarmee wordt onderbouwd waarom een persoon de status van UBO heeft en waarmee de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang wordt aangetoond.

    Met de publicatieplicht van deze gegevens, waarvan de onder 1 t/m 3 genoemde gegevens zijn aan te merken als persoonsgegevens volgens de AVG, wordt geprobeerd een einde te maken aan veel gebruikte structuren, zoals de stichting administratiekantoor (StaK), die ervoor zorgen dat de achterliggende (natuurlijke)personen anoniem blijven.

De AVG vs. privacy belangen UBO

In hoeverre strookt dit met de AVG? Volgens artikel 6 van de AVG geldt als één van de rechtmatige verwerkingsgronden (waarbij openbaarmaking van gegevens ook een vorm van verwerking is); “de noodzakelijkheid om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust”. Ofwel, per januari 2020 wanneer het wetsvoorstel gelden recht wordt geldt de wettelijke verplichting voor juridische entiteiten om aan deze wetgeving te voldoen en is hiermee een rechtsmatigingsgrond gegeven volgens de AVG.

Welke informatie van de UBO is toegankelijk?

Niet alle informatie is voor iedereen toegankelijk. De naam, de geboortemaand- en jaar, nationaliteit en woonstaat zijn voor en ieder (tegen betaling) openbaar toegankelijk, evenals de aard en omvang van het economisch belang van de UBO in percentages van 25% tot 50%, 50% tot 75% en 75% tot 100%. Exacte geldelijke belangen en percentages zijn niet openbaar. Het woonadres, de volledige geboortedatum, het BSN-nummer en de documenten die de gepubliceerde gegevens onderbouwen zijn alleen in te zien door bevoegde autoriteiten en de Financiële inlichtingen eenheid.

Waarborgen privacy UBO

Artikel 30 lid 9 van de vierde anti witwas richtlijn biedt daarnaast nog enige waarborging voor de privacy. In uitzonderlijke omstandigheden kan worden voorzien in een uitzondering op de toegang tot alle of tot een gedeelte van de UBO-informatie indien de UBO door het openbaar beschikbaar maken van de gegevens blootgesteld wordt aan een onevenredig risico, een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie of indien de UBO minderjarig is of anderszins handelingsonbekwaam. Echter blijven de gegevens ten alle tijden voor de autoriteiten zoals de FIOD, als ook financiële instellingen en notarissen.

Een UBO die wenst dat zijn gegevens afgeschermd worden moet hiervoor een verzoek indienen bij de KvK en motiveren waarom op basis van een van de hiervoor zojuist genoemde gronden er sprake is van een uitzonderlijk geval waardoor zijn of haar gegevens afgeschermd dienen te worden. Het besluit dat de KvK neemt op zo’n verzoek tot afscherming van de informatie is een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waar bezwaar en beroep tegen open staat.

Voor meer informatie zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35179-3.html of neem contact op met de Blenheim Privacy Desk.