26 november 2013

De agentuurovereenkomst: (onregelmatige) opzegging, klantenvergoeding (goodwill) en verjaring van rechtsvorderingen

Categorie: Commerciële contracten, Contractenrecht

De agentuurovereenkomst is volgens artikel 7:428 lid 1 BW een overeenkomst waarbij de ene partij, de principaal, aan de andere partij, de handelsagent, opdraagt, en deze zich verbindt, voor een bepaalde of een onbepaalde tijd en tegen beloning bij de totstandkoming van overeenkomsten bemiddeling te verlenen, en deze eventueel op naam en voor rekening van de principaal te sluiten zonder aan deze ondergeschikt te zijn. In deze bijdrage zal kort een opsomming worden gegeven van de wijze waarop een agentuurovereenkomst naar Nederlands recht kan worden opgezegd, in welke mate de handelsagent recht kan hebben op een klantenvergoeding en hoe dit wordt berekend. Ten slotte zal kort worden stilgestaan bij de verjaring van rechtsvorderingen.

Opzegging agentuurovereenkomst

Indien een handelsovereenkomst (agentuurovereenkomst) is aangegaan voor een onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd met het recht van tussentijdse opzegging, zijn beide contractspartijen bevoegd de agentuurovereenkomst te doen eindigen met inachtneming van de overeengekomen opzeggingstermijn (art. 7:437 BW). Indien er een andere agentuurovereenkomst voorligt, zal de opzeggingstermijn vier maanden bedragen, vermeerderd met een maand na drie jaren looptijd van de agentuurovereenkomst en met twee maanden na zes jaren.

De opzeggingstermijn van een agentuurovereenkomst zijn begrenst, in die zin dat de termijn van opzegging (waardoor de agentuurovereenkomst wordt beëindigd) niet korter kan zijn dan een maand in het eerste jaar van de agentuurovereenkomst, twee maanden in het tweede jaar en drie maanden in de volgende jaren. Indien u als contractspartij langere termijnen overeenkomt, mogen deze voor de principaal niet korter zijn dan voor de handelsagent. De opzegging behoort verder plaats te vinden tegen het einde van een kalendermaand.

Onregelmatige opzegging agentuurovereenkomst

De contractspartij die de agentuurovereenkomst beëindigt zonder eerbiediging van haar duur of zonder inachtneming van de wettelijke of overeengekomen opzeggingstermijn en zonder dat de andere contractspartij daarmee instemt, is schadeplichtig, tenzij zij de overeenkomst doet eindigen o, een dringende, c.q. gewichtige, aan de wederpartij onverwijld medegedeelde reden.
Onder een dringende reden moet worden verstaan omstandigheden van zodanig aard dat van de partij die de overeenkomst doet eindigen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd, de agentuurovereenkomst, zelfs tijdelijk, in stand te laten. Hiervoor zijn diverse redenen te bedenken, waaronder bijvoorbeeld ernstig gewijzigde marktomstandigheden.
Voor zover de beëindiging van de overeenkomst wegens een dringende reden gegrond is op omstandigheden waarvoor de wederpartij een verwijt treft, is laatstgenoemde partij schadeplichtig. U mag met uw contractspartij geen afspraak maken die inhoud dat uw contractant beslist of er al dan niet sprake is van een dringende reden.

Klantenvergoeding bij een agentuurovereenkomst

Naast een vordering tot schadevergoeding kan de handelsagent bij het einde van de agentuurovereenkomst recht hebben op een klantenvergoeding (goodwill) voor zover er (i) nieuwe klanten door de handelsagent zijn aangebracht, dan wel bestaande relaties van de principaal aanzienlijk heeft uitgebreid (en deze voordelen opleveren voor de principaal) (ii) de vergoeding billijk is (dit gelet op alle specifieke omstandigheden van het betreffende geval, waaronder de verloren provisie met bestaande klanten moet worden meegewogen).
Opgemerkt dient te worden dat het bedrag van de klantenvergoeding bij agentuurovereenkomsten niet hoger mag zijn dan dat van de beloning van één jaar, berekend naar het gemiddelde van de laatste vijf contractjaren, of indien de agentuurovereenkomst korter heeft geduurd, naar het gemiddelde van de hele duur ervan.
De klantenvergoeding, c.q. goodwill hoeft niet te worden betaald indien er sprake is van (i) een dringende reden (ii) opzegging door de handelsagent, tenzij gerechtvaardigd door omstandigheden die aan de principaal kunnen worden toegerekend (iii) opzegging door de handelsagent, die in overeenstemming met een afspraak met de principaal, zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de agentuurovereenkomst aan een derde overdraagt.

Berekeningswijze klantenvergoeding bij agentuurovereenkomst

Het arrest van de Hoge Raad van 2 november 2012, (T-Mobile Netherlands BV/ICOM. Vindplaats: zaak C-11/01448, LJN BW9865) heeft inmiddels de gewenste duidelijkheid verschaft op welke wijze de klantenvergoeding nu exact moet worden berekend. De Hoge Raad maakt daarbij gebruik van drie fasen: (i) in de eerste fase moet worden gekeken naar de voordelen die transacties met door de handelsagent aangebrachte klanten voor de principaal opleveren (vgl. artikel 7:442 lid 1 sub a BW) (ii) in fase twee wordt er een billijkheidscorrectie toegepast, in die zin dat dient te worden bezien of, en zo ja in hoeverre er bij beëindiging sprake is van ongerechtvaardigde verrijking van de principaal (zogenaamde indemniteitssysteem)(iii) In fase drie dient er te worden getoetst aan het gestelde maximum, zoals verwoord in artikel 7:442 BW (maximaal één jaar vergoeding, berekend over de laatste vijf jaar en voor zover de agentuurovereenkomst korter duurde, het gemiddelde van de afgelopen jaren).

Verjaring vorderingen uit (opzegging) agentuurovereenkomst

Bij agentuurovereenkomsten geldt een verkorte verjaringstermijn. Rechtsvorderingen uit een onregelmatige opzegging en (of) het verzoek bij de kantonrechter tot ontbinding, verjaren door verloop van één jaar na het feit dat de vordering deed ontstaan.

Meer informatie over agentuurovereenkomsten?

Mocht u meer informatie willen over agentuurovereenkomsten, dan kunt u te allen tijde contact opnemen met mij.