3 mei 2022

Bezwaar tegen boete AFM

Categorie: Bestuurlijke boete

 

In deze blog bespreek ik een bestuurlijke boete wegens markmanipulatie. Wanneer is er volgens de Wet op het financieel toezicht sprake is van marktmanipulatie en wanneer de een boete van AFM kan volgen?

Boete AFM wegens marktmanipulatie

Ik bespreek als voorbeeld een zaak tegen Fortis. Zowel de rechtbank als het college van beroep voor bedrijfsleven oordelen dat er geen sprake van marktmanipulatie bij deze e-mailberichten over Fortis.

In eerste instantie werden door AFM opgelegde boetes in deze kwestie door de rechtbank herroepen. De AFM is ter zake de opgelegde boete in hoger beroep gegaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Ook daar faalt het beroep. Het handelshuis had zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake was van verspreiding in de zin van het artikel over marktmanipulatie (artikel 5:58, lid 1 Wft), omdat X de mails aan collega’s had doorgestuurd. Echter, zowel Rechtbank als het College van Beroep voor het Bedrijfsleven overwegen dat aan het begrip ‘verspreiding’ is voldaan. Het enkele feit dat de e-mailberichten beperkt is tot een aantal adressanten, maakt het niet minder. Hier krijgt de AFM dus, ten aanzien van de stelling dat er sprake is van verspreiding in de zin van marktmanipulatie, gelijk. Bovendien is relevant dat de e-mails zijn verstuurd in een periode waarin Fortis vaak in het nieuws was, zodat X er ook rekening mee moest houden dat de door hem verspreide informatie de markt zou bereiken.

Wanner kwalificeert informatie als marktmanipulatie

Een belangrijk onderdeel van het verweer was dat de informatie niet kwalificeert als marktmanipulatie, omdat het informatie met een opiniërend karakter is. De mededelingen in de berichten bevatten grotendeels subjectieve elementen, zodat het een mening was. Het College van Beroep overweegt ook dat de gepresenteerde meningen geen misleidende informatie opleveren. Hierbij is ook van belang dat de berichten zijn verspreid in een periode waarin meer kritische berichten over Fortis zijn verschenen en daarom is niet voldoende vast komen te staan dat van de door X verstrekte informatie een misleidend of onjuist signaal is uitgegaan, dan wel te duchten is. Daarmee is dus ook marktmanipulatie niet aangetoond.