26 februari 2022

TVL subsidie – de aanpak van fraude

Categorie: Bestuursrecht

Zoals in een eerdere blog is uitgelegd, wordt door RVO de definitieve hoogte vastgesteld van de verstrekte subsidies op grond van de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Waar bij de aanvraag voor de TVL-subsidie nog werd uitgegaan van een inschatting van het omzetverlies, wordt nu door RVO beoordeeld wat het daadwerkelijke omzetverlies is geweest.

Eigen verantwoordelijkheid subsidie-aanvrager en bijzondere meldingsplicht

De RVO gaat steeds meer uit van de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager van een subsidie. Dit betekent onder andere dat de RVO zich baseert op de verstrekte gegevens en u minder vraagt om bewijsstukken die deze gegevens onderbouwen. Het gevolg van deze aanpak is dat van u als ondernemer wordt verwacht dat u relevante omstandigheden meldt bij de RVO. In onder meer de hierna volgende gevallen verwacht de RVO dat u schriftelijk melding doet:

  • Wanneer de activiteiten op de in de beschikking vermelde einddatum niet of niet geheel zijn verricht;
  • Wanneer aan u meer dan € 200.000,- per jaar aan voorschotten wordt verstrekt, de gemaakte kosten meer dan 25% afwijken van de bij de aanvraag ingediende projectbegroting en bij de verlening periodes zijn vastgesteld waarin deze meldplicht geldt;
  • Wanneer u stuit op feiten en omstandigheden die duiden op de inzet van kinderarbeid of dwangarbeid door één of meer van de partijen die betrokken zijn bij de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt.

In het eerste geval dient de melding onverwijld plaats te vinden, in het tweede geval uiterlijk twee maanden na afloop van de betreffende periode en in het derde geval binnen de in de beschikking bepaalde termijn.

Wanneer niet (tijdig) melding is gedaan van de hiervoor genoemde gevallen, kan op grond van de Boetewet een bestuurlijke boete variërend van €20.000,- tot € 80.000,- worden opgelegd.

Terugvordering TVL-subsidie, boete, aangifte en beslaglegging

De RVO hanteert een strenge aanpak wanneer zij constateert dat bewust onjuiste informatie is verstrekt of informatie is achtergehouden. Dit betekent het volgende:

  • Uitbetaalde subsidie wordt teruggevorderd met wettelijke rente;
  • Terugvordering vindt ook plaats als een project hierdoor niet kan doorgaan of de ondernemer in kwestie hierdoor in financiële nood komt;
  • De RVO doet altijd aangifte bij het Openbaar Ministerie;
  • Een organisatie of persoon waar misbruik wordt vermoed of is geconstateerd, wordt intensiever gecontroleerd;
  • Nieuwe aanvragen kunnen worden afgewezen als de overtuiging bestaat dat iemand zich ook in de toekomst niet aan de regels zal houden;
  • In bepaalde gevallen kan een bestuursrechtelijke boete worden opgelegd, zoals bij het niet voldoen aan de bijzondere meldingsplicht.

Maatregelen RVO bij intrekking subsidie

De RVO legt bij het constateren van fraude dus niet enkel een bestuurlijke boete op, maar doet óók aangifte bij het OM. Hierna volgt een strafrechtelijk onderzoek dat wordt geleid door het OM en de fraudeopsporingsdienst Fiod. Ook wordt in veel fraudegevallen beslag gelegd op bankrekeningen en bezittingen, zoals vastgoed. Wanneer u wordt overvallen door dergelijke maatregelen dan is het belangrijk dat u weet wat uw rechten zijn. Zo heeft u bijvoorbeeld een zwijgrecht als u door RVO als verdachte wordt aangemerkt. In geval van onderzoek door het OM of de Fiod in verband met vermeende subsidiefraude heeft u recht op bijstand van een advocaat.

Advies over terugvordering TVL-subsidie

Wanneer u een voornemen krijgt tot intrekking van de verstrekte subsidie of tot oplegging van een bestuurlijke boete heeft u zes weken om een zienswijze in te dienen. Wordt de subsidie daadwerkelijk ingetrokken of een boete opgelegd, dan geldt een termijn van zes weken waarbinnen u bezwaar kunt aantekenen. In beide gevallen is het raadzaam een bestuursrecht advocaat te raadplegen die u kan adviseren. Ook in geval beslag is gelegd door de overheid kan Blenheim u adviseren over uw rechtspositie en wat uw rechten zijn.