6 juni 2020

Wanprestatie en een redelijke termijn bij ingebrekestelling

Categorie: Commerciële contracten

Indien een contractspartij, bijvoorbeeld een klant, zijn verplichtingen niet nakomt, heeft uw opdrachtnemer slecht werk afgeleverd, of voldoet bijvoorbeeld een afgenomen dienst niet aan de verwachtingen? Dan is een ingebrekestelling nodig waarin u een termijn stelt. Dit zijn zo maar een aantal voorbeelden uit het economische verkeer waar u tegenaan kunt lopen. Meestal zullen partijen er eerst in goed overleg proberen uit te komen en kijken waar mogelijk reparatiewerkzaamheden uitgevoerd kunnen worden of een uitstel kan worden gegeven. Mocht dit uiteindelijk niet tot een oplossing leiden, dan zult u genoodzaakt kunnen zijn tot het nemen van drastischere maatregelen, zoals het ontbinden van de overeenkomst of het starten van een procedure.

Ingebrekestelling nodig verzuim bij wanprestatie

Echter, voordat iemand hier toe kan overgaan, is in veel gevallen eerst een zogenaamd “verzuim” van de schuldenaar noodzakelijk. Verzuim kan zowel van rechtswege intreden, als na ingebrekestelling. Hierover heeft een van mijn collega’s reeds eerder geschreven. In de meeste gevallen zal eerst een officiële ingebrekestelling verstuurd moeten worden, waarin de schuldenaar om nakoming wordt verzocht. De wet geeft in artikel 6:82 BW namelijk een drietal voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat een schuldenaar in verzuim is:

  1. een schriftelijke aanmaning;
  2. waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en;
  3. nakoming binnen deze termijn uitblijft.

Voorbeeld van een redelijke termijn voor nakoming overeenkomst

Het eerste en derde criteria is vrij duidelijk, het tweede criteria – de redelijke termijn voor de nakoming – daarentegen laat veel ruimte voor uitleg. Vreemd genoeg spreekt de Hoge Raad zich niet vaak uit over de ingebrekestelling zelf, maar onlangs heeft de Hoge Raad in het arrest Fraanje/Alukon zich toch eens uitgelaten over wat volgens hem een redelijke termijn is:

“2.1 In deze zaak gaat het, voor zover in cassatie van belang, kort gezegd om de vraag of de hoofdaannemer, na een periode van discussie en correspondentie met de onderaannemer over de termijn en de kwaliteit van de nakoming door de onderaannemer, het recht had om de overeenkomst met de onderaannemer te ontbinden, of dat de hoofdaannemer dit recht niet had omdat de onderaannemer nog niet in verzuim verkeerde.”

Fraanje was hoofdaanmener in een project. In april 2013 heeft Fraanje een overeenkomst van onderaanneming gesloten met Alukon. Op 5 juli 2013 wijst Fraanje per brief op het feit dat Alukon vertraging opliep ten opzichte van haar planning, waarbij Fraanje om een plan van aanpak verzoekt. Als Alukon ook deze planning niet haalt, stuurt Fraanje op 6 september 2013 per brief dat een deel van de opdracht uiterlijk op 13 september 2013 afgerond zou moeten zijn. Nadat Alukon ook hier niet aan voldeed, heeft Fraanje’s advocaat bij brief van 17 september 2013 Alukon tot 27 september 2013 gegeven om een deel van de werkzaamheden uit te voeren en uiterlijk 15 oktober 2013 de overige werkzaamheden uit te voeren. Alukon heeft aan geen van deze aanmaningen voldaan, waarna Fraanje de overeenkomst heeft ontbonden.

De vraag in deze zaak was of de, door de advocaat van Fraanje, in de ingebrekestelling gegeven termijn van 10 dagen, respectievelijk 1 maand, redelijk was. De rechtbank en het hof kwamen tot het oordeel dat Fraanje geen redelijke termijn had gegeven en hij daardoor Alukon niet geldig in gebreke had gesteld. Volgens de Hoge Raad is de functie van een ingebrekestelling om de schuldenaar nog eenmaal een laatste termijn te geven tot nakoming en hiermee te bepalen tot welk tijdstip nakoming nog mogelijk zou zijn zonder dat van een tekortkoming sprake is. De ingebrekestelling dient dus een omschrijving van het gebrek te bevatten en een aanmaning tot het herstellen van het gebrek. Als de schuldenaar vervolgens niet binnen deze termijn nakomt, is hij in verzuim.

Stel bij niet nakoming overeenkomst een termijn die redelijk is

Het is op grond van artikel 6:82 BW vereist om de schuldenaar een redelijke termijn te geven om na te komen. Om te bepalen wat een redelijke termijn is die aan de schuldenaar gegeven moet worden, moet gekeken worden naar de omstandigheden van het geval. Op grond van bovenstaande redenering casseert de Hoge Raad en komt hij tot het oordeel dat bij de beoordeling van de redelijkheid van een termijn in een ingebrekestelling niet alleen moet worden gekeken naar de ingebrekestelling zelf, maar ook naar eerder gestelde termijnen en aanmaningen, ook als deze eerdere termijnstellingen en aanmaningen niet als ingebrekestelling zouden kunnen worden gekwalificeerd.

Een relevante omstandigheid is de tijd die de schuldenaar vóór de aanmaning heeft gehad om zich voor te bereiden. In principe geldt hierbij dat een schuldenaar niet mag wachten met handelen tot dat hij aangemaand wordt. Als gevolg hiervan, kunnen de termijnen die in eerdere communicatie zijn gegeven, van belang zijn bij de beoordeling van wat als een redelijke termijn dient te gelden. De redelijkheid van de termijn kan hierdoor dus ook worden bepaald aan de hand van de handelingen van partij voorafgaand aan de ingebrekestelling zelf, waardoor ook de overlegfase voorafgaand aan de ingebrekestelling nadrukkelijk meeweegt bij de bepaling van de redelijkheid van de gekozen termijn.

Soms volstaat bij wanprestatie het stellen van een korte termijn

Kort gezegd kan dit betekenen dat in het geval dat een schuldenaar al eerder is aangemaand/gevraagd tot handelen (maar nog niet per officiële ingebrekestelling), dat dan een kortere termijn in de later te sturen officiële ingebrekestelling eerder als redelijk zal worden aangemerkt dan wanneer de schuldenaar nog nooit was aangemaand. De ingebrekestelling is een essentieel onderdeel om tot verdere maatregelen, zoals het ontbinden van een overeenkomst of het starten van een procedure, over te kunnen gaan. Bovenstaande casus laat echter zien dat deze ingebrekestelling aan strenge eisen dient te voldoen die per geval kunnen verschillen.

Mocht u in een situatie zitten waarin u uw wederpartij in gebreke wilt stellen, en heeft u juridisch advies nodig, dan kunt u hierover vrijblijvend contact met mij opnemen.